In Nederland vieren we al lange tijd eerste en tweede kerstdag, maar dat was ooit anders. Zo werd in de eerste eeuwen na de geboorte van Jezus door het Christendom een aantal heidense feestdagen opgenomen in de kerstperiode. Die periode duurde toen twaalf dagen.
Op deze dagen was iedereen in Doetinchem vrij. Het was verboden om te werken, want dat zou ongeluk brengen. De vier kerstdagen kregen allemaal hun eigen thema. Zo was vierde kerstdag een kinderfeest en stond tweede kerstdag in het teken van dieren.
Toch bleven de vier kerstdagen niet bestaan. Vierde kerstdag verdween, en in 1773 besloot de Nederlandse regering ook derde kerstdag af te schaffen. In 1964 werden beide kerstdagen juist uitgeroepen tot officiële vrije dagen voor alle Nederlanders.
Waar nu in bijna iedere Doetinchemse woning een kerstboom staat, zo werd er vroeger een kerstblok aangestoken. Deze voorganger van de kerstboom was een groot blok hout dat op kerstavond in de open haard werd gelegd. Het gezin verzamelde zich rond het brandende blok voor het kerstverhaal en kerstliederen.
Een verloren traditie: voetbalwedstrijden tijdens de kerstdagen. De Nationale Voetbal Bond organiseerde jaarlijks kerstvoetbalwedstrijden. In Nederland wordt er nu niet veel meer gesport tijdens de kerstdagen, maar in het Verenigd Koninkrijk staat tweede kerstdag bekend als Boxing Day, belangrijk voor voetbal- en rugbycompetities.